Schaarste en tekort
Elke keer een memorabel moment tijdens colleges of lezingen: de vraag waar de economische wetenschap zich eigenlijk mee bezighoudt? Wat is onze centrale vraag? Terwijl niet iedereen van mening is dat deze tak van wetenschap een echte wetenschap is.
Zo bestaat de Nobelprijs voor de economie niet echt, maar is het een prijs van de Zweedse Rijksbank voor Economische Wetenschappen, ter nagedachtenis aan Alfred Nobel. De associatie van deze prijs met de oorspronkelijke Nobelprijzen is controversieel. De familie van Alfred Nobel distantieert zich van de prijs, in haar ogen bedoeld om winstmaximalisatie een respectabel voorkomen te geven.
De antwoorden die ik krijg op mijn vraag lopen doorgaans sterk uiteen, maar zijn zelden juist: geld, winst, marktaandeel, productie… Groot is de verbazing indien ik het juiste antwoord geef: schaarste. Indien er namelijk geen sprake is van schaarste, van wat ook, vindt er geen prijsvorming plaats en dus kan er geen sprake zijn van economisch handelen. Handelen dat zich laat definiëren als met schaarse middelen een zo optimaal mogelijk resultaat bereiken.
Smith en Marx
De grondlegger van de economische wetenschap, Adam Smith, benoemt in zijn boek Wealth of Nations het schaarsteprincipe. Hij stelt dat consumenten doorgaans meer waarde hechten aan
goederen die schaars en moeilijk verkrijgbaar zijn: ‘Hoeveel duurder zijn diamanten niet vergeleken met water?’ In een iets ingewikkelder context heeft Marx het over schaarste. Het kapitalisme is niet alleen ontstaan uit schaarste, het heeft schaarste ook nodig. Marx stelt dat de eliminatie van schaarste overproductie betekent, en dus het verdwijnen van de winst.
Concurrentie dwingt de kapitalist om steeds efficiëntere technologie te gebruiken die het productievermogen, en dus het aanbod, doet toenemen, terwijl het de vraag naar arbeidskracht naar verhouding doet afnemen. En zo ook de vraag aantast. Hoe meer het kapitalisme zich ontwikkelt, hoe meer het zijn eigen bestaansvoorwaarde – schaarste – ondermijnt.
Huizenmarkt
Sommige markten werken met prijsontwikkelingen die gebaseerd zijn op schaarste, zoals de huizenmarkt. Het is bekend dat de overheid het huidige woningtekort probeert weg te werken met intensieve bouwplannen, die echter worden tegengewerkt door criteria op grond van CO2-uitstoot. Hierdoor stijgen de prijzen van bestaande woningen. In het eerste kwartaal van 2024 waren de prijzen van bestaande koopwoningen in alle provincies hoger dan een jaar eerder, woningen waren 8 procent duurder dan in het eerste kwartaal van 2023. In vergelijking met het vierde kwartaal van 2023 waren koopwoningen 2,4 procent duurder.
Met woningen is het op zich geen probleem dat deze op grond van schaarste geprijsd worden. Lastiger is het als schaarste of overvloed het inkomen van mensen aantast. Je kunt niet de inkomens van leraren, onderwijzers, politieagenten en/of verpleegkundigen laten schommelen met de ontwikkeling van schaarste. Ze zouden het ene jaar meer en het andere jaar minder verdienen.
Varkenscyclus
Bij deze beroepen speelt ook de ‘varkenscyclus’ een belangrijke rol. Dit verschijnsel zorgt ervoor dat overschotten en tekorten van een bepaald product elkaar afwisselen, doordat aanbieders massaal reageren op de hoogte van de prijzen, maar de prijs alweer is omgeslagen tegen de tijd dat deze reactie doorwerkt op het aanbod. De term is afkomstig uit de varkensfokkerij. Het aanbod en de prijs van varkens wisselt namelijk sterk in de loop der jaren, doordat varkensfokkers massaal uitbreiden op het moment dat de prijzen hoog zijn, met als gevolg dat er in volgende jaren een overschot ontstaat. Vanwege de lage prijzen worden dan veel varkensfokkerijen gesloten of ingekrompen, zodat het aanbod daalt en de prijzen weer stijgen, waarna de cyclus opnieuw begint.
In wezen wordt een varkenscyclus veroorzaakt doordat er altijd enige tijd verloopt tussen het moment waarop tot een bepaalde investering wordt besloten en het moment waarop die investering het aanbod gaat beïnvloeden. In de tussentijd kan de prijs al sterk gewijzigd zijn. Dit is ook goed zichtbaar op de oliemarkt: grote investeringen in nieuwe olievelden zijn pas bij een bepaalde minimumprijs voor olie interessant voor de grote maatschappijen. Als de olieprijs daalt, bijvoorbeeld ten gevolge van bijvoorbeeld de economische crisis van 2008, zijn de
maatschappijen geneigd die investeringen uit te stellen. Hierdoor kunnen gemakkelijk tekorten ontstaan die pas op langere termijn kunnen worden weggewerkt.
Beroepsopleidingen
Een vergelijkbaar effect is merkbaar bij beroepsopleidingen. Als er een hoge werkloosheid optreedt onder afgestudeerden van een bepaalde studierichting loopt het aantal eerstejaars studenten voor die opleiding sterk terug. Tegen de tijd dat die eerstejaars afstuderen, kan er alweer een tekort aan personeel zijn ontstaan. Er zijn dus nooit voldoende leerkrachten of verpleegkundigen.
Recentelijk trad ik op een bijeenkomst op als moderator. Het onderwerp: voedselschaarste. Te gast waren bankiers, boeren, voedseltransportondernemers en bedrijfsleiders van supermarkten.
Hun gezamenlijke conclusie was dat we i Nederland ernstig rekening dienen te houden met voedselschaarste, ontstaan door of klimatologische omstandigheden (zoals recentelijk met spinazie) of vanwege gebrek aan interesse vanuit de producenten/ondernemers. En dat investeringen en beleggingen ook in deze sector per definitie achter de feiten aanlopen.
Willem Landman is gedragseconoom met als specialisatie beleggingsadvies en financieel gedrag, auteur/publicist en wetenschappelijk onderzoeker.