Välfärd
Het was een prachtige dag. De wandelroute had ons naar een observatiepost gevoerd. We keken uit over de Zweedse kust. In de verte hoorden we meeuwen krijsen.
‘Wat een rijkdom.’
‘Dat we ons de komende weken nergens druk om hoeven te maken?’
‘Dat ook. Maar kijk eens om je heen. Prachtige natuur, verder niemand te zien, hier en daar een bootje. En dat middenin de zomer onder een strakblauwe lucht.
Kom daar eens om bij ons.’
Het is natuurlijk maar hoe je het bekijkt, dacht ik. Het was inderdaad heerlijk rustig en de natuur was overweldigend. Maar wat is rijkdom? In Nederland voegen we per vierkante kilometer twintig keer zoveel waarde toe als in Zweden. Geef ons een stuk grond en we stampen er een enorme hoeveelheid economische activiteit uit.
‘Er wonen hier wel veel minder mensen dan bij ons’, bracht ik in. ‘En Zweden is een stuk groter.’
Eerder had ik dat opgezocht. Nederland telt achttien miljoen inwoners, in Zweden zijn dat er ruim tien miljoen. Wij huisvesten 430 inwoners per vierkante kilometer, in Zweden zijn dat er nog geen 24. En volgens ijzeren economische logica geeft een hogere bevolkingsdichtheid relatief meer handen aan het economiebed met als gevolg meer toegevoegde waarde per vierkante kilometer.
‘Maar weet je wat economisch gezien best wel opmerkelijk is?’
‘Ik heb werkelijk geen idee.’
‘Dat de toegevoegde waarde per persoon voor Nederland en Zweden hetzelfde is: € 53.000 per jaar. Zo bezien zijn Nederland en Zweden precies even rijk.’
Een zeilboot gleed zachtjes voorbij. Op het strand was het gezellig druk. Tegelijkertijd had iedereen alle ruimte. De openbare douches leken zo uit een showroom te zijn gehaald. De lange houten steiger ook.
‘Toch wel merkwaardig om dat zo te zeggen. Het ziet er hier nogal anders uit dan bij ons. En niet alleen hier. Neem nu die school waar we vanochtend langs reden, die had een buitenruimte waar ze bij ons een hele woonwijk op neerzetten.’
‘Maar dat is dus het grote verschil. De toegevoegde waarde per inwoner is voor Nederland hetzelfde als voor Zweden. Alleen zij hebben daar tien keer zoveel grond voor nodig.’
Dat was natuurlijk niet het hele verhaal. Het staat ieder land vrij om zijn grondgebied naar eigen inzicht in te richten. Welke economische activiteit wil je huisvesten? Vergeleken met Zweden zijn die van ons nogal vervuilend. Wij stoten ongeveer twee keer zoveel CO2 uit per euro aan toegevoegde waarde. Een stikstofprobleem lijken ze in Zweden ook niet te hebben. En hoeveel economische activiteit is genoeg? In Nederland zijn weinig vierkante meters niet in gebruik, in Zweden kiezen ze er voor om grote delen van hun grondgebied met rust te laten.
‘Maar weet je wat nu zo merkwaardig is? Er wordt hier flink gemoord.’
‘Pardon?’
‘In Nederland worden ieder jaar ongeveer zeven personen per miljoen inwoners vermoord. Hier zijn dat er twaalf.’
‘Terwijl wij met veel meer mensen op een kluitje wonen?’
‘Gek hè? Blijkbaar werkt dat beroemde poldermodel van ons. Leven en laten leven. Als iedereen een beetje inschikt en rekening houdt met elkaar, dan kom je blijkbaar een heel eind. Lijkt mij toch ook een vorm van rijkdom.’
‘En hier zijn ze mensenschuw zeker? Je komt hier niet snel iemand tegen. En als dat wel gebeurt hoeft er maar dít te gebeuren of ze knallen elkaar af? Ha ha, en dan is het ook nog zo rustig dat je een lijk ongemerkt kunt opruimen. Ik weet het niet hoor. Volgens mij lees jij te veel Scandinavische detectives.’
We gingen verder. Ergens stond een televisie aan. De Olympische Spelen waren aan de gang. Inmiddels weten we dat Nederland het goed gedaan heeft met bijna twee medailles per miljoen inwoners. Zweden komt niet verder dan één medaille per miljoen inwoners. Logisch: bij een hoge bevolkingsdichtheid wordt er relatief veel aan sport gedaan wat uiteindelijk leidt tot veel Olympisch edelmetaal. Is dat rijkdom?
‘Nou, als je zou moeten kiezen, Nederland of Zweden, wie is het rijkst?’
‘Tja, dat vind ik moeilijk te zeggen. Maar als ik toch moet kiezen dan wordt het…’
Jeroen Hinloopen is lid van de directie van het Centraal Planbureau, hoogleraar economie aan de Universiteit van Amsterdam en hoofdauteur en eindredacteur van Praktische Economie.
Reacties naar: J.Hinloopen@uva.nl