Klein en gesloten
‘Zijn we al in Duitsland?’ Zeker. Een half uurtje geleden passeerden we een verkeersbord waarop staat hoe hard je hier mag rijden. ‘Oh, daar heb ik niks van gemerkt. Wat is hier eigenlijk anders? Ze betalen hier toch ook met euro’s?’
Klopt, ze betalen in Duitsland met euro’s. En je kunt ook overal je pinpas gebruiken. In veel opzichten lijken ze hier op ons. Bijna een kwart van onze totale export gaat dan ook naar Duitsland.
Vroeger, op de middelbare school, leerde ik bij economie dat Nederland een kleine, open economie heeft. Klein, want met een bbp van 958 miljard euro in 2022
moet Nederland in Europa vijf economieën voor zich dulden. In de wereld zijn dat er zelfs 17. En open: in 2022 exporteerde Nederland voor 899 miljard euro en werd er voor 795 miljard euro geïmporteerd. Het verschil tussen die twee van 104 miljard euro, ons handelsoverschot, draagt 11 procent bij aan ons bbp. Dat is ruim zesduizend euro per Nederlander.
Zo leerde ik dat Nederland een belangrijk deel van zijn boterham met buitenlandse handel verdient. Dat was toen zo, dat is nu zo en dat is morgen zo. De geografische ligging maakt van Nederland nu eenmaal een handelsland. Onze geschiedenis is ervan doordrenkt.
Onze toekomst ook. Het gevolg laat zich raden: Nederland profiteert als geen ander land van internationale afspraken die de internationale handel stimuleren.
Zo berekende het Centraal Planbureau recent nog dat het lidmaatschap van de EU 3,1 procent bijdraagt aan het Nederlandse bbp.
Vroeger, want tegenwoordig leer je bij economie op het vwo niet meer dat het buitenland er toe doet. Het CvTE heeft er bij de laatste hervorming van het
economiecurriculum voor gekozen om het examenprogramma te verrijken met een sterk vereenvoudigd macro-economisch model. Dat model heeft verder geen connecties met andere onderdelen van het examenprogramma, maar kost wel tijd om leerlingen aangeleerd te krijgen.
Het CvTE heeft daarom tegelijkertijd de behandeling van internationale handel obv comparatieve handelsvoordelen en internationale waardeketens geschrapt uit het examenprogramma. En het nieuwe macro-economische model? Dat is een model van een gesloten economie – het buitenland bestaat niet. Nederland? Dat is een kleine, gesloten economie.
Waarom het CvTE internationale handel niet heeft opgenomen in het vwo-programma heeft niemand mij kunnen uitleggen. Het gaat in ieder geval in tegen de wens van het overgrote deel van het docentencorps: volgens het Docenten Economie Panel is 96 procent van de panelleden het eens met de stelling ‘de analyse van internationale handel moet onderdeel zijn van het examenprogramma op het vwo’.
Laten we hopen dat deze stem van de docent goed gehoord wordt en snel leidt tot een aangepast examenprogramma. Want als onze economische verwevenheid
met het buitenland in de economieles niet aan bod komt, dan moeten we niet verbaasd opkijken als leerlingen denken dat het sluiten van grenzen
kosteloos is. En denken…
Dat het buitenland geen belangrijk aandeel heeft in onze welvaart.
Dat internationale afspraken ons alleen maar geld kosten.
Dat we leven op een eiland omringd door een boze buitenwereld.
Dat er één simpele oplossing is voor al onze binnenlandse problemen: Nexit.
‘Een kwart van onze export gaat naar Duitsland? Dan kun je hier dus gewoon precies dezelfde spullen kopen als bij ons! En voor dezelfde prijs?’ Ja, meestal wel. Internationale handelsverdragen zorgen er voor dat Nederlandse bedrijven gemakkelijk naar Duitsland kunnen exporteren.
‘Moeten we daar dan dat hele eind voor rijden? Alles is hier hetzelfde! Mooie vakantie.’ Nou, er is hier wel één ding echt anders: ze verstaan meestal geen Nederlands.
‘Nog erger! Ben ik eindelijk op vakantie, moet ik nog steeds aan de bak met Duits.’
Jeroen Hinloopen is lid van de directie van het Centraal Planbureau, hoogleraar economie aan de Universiteit van Amsterdam en hoofdauteur en eindredacteur van
Praktische Economie. Reacties naar: J.Hinloopen@uva.nl