Er deugt niks van!
Dinsdag 29 november – Het Nederlands elftal wint zijn laatste groepswedstrijd en plaatst zich voor de knock-out fase van het wereldkampioenschap voetbal. In de studio geven twee van onze 17 miljoen bondscoaches ongezouten kritiek op het vertoonde spel van Oranje. We hebben ons weliswaar geplaatst voor de volgende ronde, maar daar is dan ook alles mee gezegd.
Betweters vind je overal. Sommigen zijn boos want het gaat niet zoals zij willen, anderen zijn minzaam gelukkig want overtuigd achteraf gelijk te krijgen. Betweters kunnen goed onderlegd zijn of de klok hebben horen luiden maar niet weten waar de klepel hangt. Er zijn betweters die schaamteloos hun gevestigde belangen verdedigen, anderen willen met opgestoken vinger juist een voet tussen de deur krijgen. Ze schieten uit de heup op alles wat beweegt of draaien dezelfde plaat helemaal grijs. En er zijn zieners: betweters die
beschikken over onuitputtelijke, missiegedreven energie om hun welhaast religieuze standpunten onvermoeibaar aan de man te brengen, diep overtuigd als ze zijn van hun eigen gelijk. Waterdragende volgweters haken hierbij aan, bij gebrek aan een eigen identiteit.
Ook het economieonderwijs heeft zijn schare betweters die grossieren in eigen waarheden. Economen meestal met een subjectieve overtuiging, die via het onderwijs als objectieve economiekennis aangeleerd moet worden. Een bonte verzameling van zelfbenoemde goeroes die tenminste twee dingen gemeen hebben. Ten eerste weten ze precies wat er niet deugt aan het economieonderwijs én hebben ze de waarheid in pacht over hoe het wel moet, hoewel ze het daar onderling dan weer helemaal niet over eens zijn. Menigeen is daarbij indrukwekkend onwetend, over het curriculum, over de professionele capaciteiten van economiedocenten, over passende didactiek, over wat er zich in de klas afspeelt, over nog zoveel meer. De meest groteske kritieken worden de wereld in geslingerd zonder enig benul van de realiteit van alledag in de economieles. ‘Het economieonderwijs moet op de schop.’ ‘De uitdagingen waar we als samenleving voor staan, kunnen niet gevangen worden in economiesommen.’ ‘Economen kijken alleen naar geld en noemen dat welvaart.’ ‘Het lesmateriaal deugt niet.’ ‘Docenten moeten beter opgeleid worden.’ Als je niet beter weet, zou je denken dat er zich een totaaldrama afspeelt tijdens de economieles.
Ten tweede vormen onze betweters een affront tegen al die professionals die dag in dag uit voor de klas staan en leerlingen de beginselen van de economische wetenschap bijbrengen, hen leren kijken door de economenbril, hoe ingewikkeld dat ook is bij een vak zo abstract als economie. Professionals die vol enthousiasme telkens nieuwe contexten beetpakken om met economische concepten in de hand een betekenisvol gesprek aan te gaan met hun leerlingen en daarmee het economisch eindonderwijs verzorgen voor het merendeel van hen. Professionals waar onze betweters heel hard tegen schreeuwen: ‘Je doet het fout!’
Wie desondanks luistert, merkt dat menig betweter geen weet heeft van het economieonderwijs, geen idee heeft welke fundamentele concepten leerlingen aangeleerd krijgen en, vooral, het onderscheid tussen concept en context niet snapt. Het schoolvak economie is voor menig betweter simpelweg te hoog gegrepen. Een prachtig vak waarmee de economische gevolgen van de oorlog in Oekraïne kunnen worden besproken, waarmee de energietransitie economisch handen en voeten gegeven kan worden, waarmee economische afruilen inzichtelijk gemaakt kunnen worden tussen nu en later en tussen hier en elders, waarmee de schaarste van de beschikbare fysieke ruimte zinvol besproken kan worden, en nog zoveel meer. Een schoolvak, kortom, dat leerlingen betekenisvolle kennis geeft om zich staande te houden in die o zo complexe maatschappij waar ze binnenkort zelfstandig aan deelnemen.
Zaterdag 3 december – Met een soevereine overwinning op de VS heeft Oranje zich geplaatst voor de kwartfinale van het WK. Buitenlandse commentatoren buitelen over elkaar heen met lovende kritieken over het Nederlandse spel. In de studio wordt er vooral op afgegeven. Hijgend en bezweet verschijnt een enkele speler voor de camera, alles gegeven, ze hebben hun stinkende best gedaan. Of ze het eens zijn met de kritiek vanuit de studio? Manmoedig zetten ze hun eigen spel direct al in perspectief. Tegen zo veel kennis vanaf de zijlijn, daar kan zelfs de beste voetballer niet tegen op.
Jeroen Hinloopen is lid van de directie van het Centraal Planbureau, hoogleraar economie aan de Universiteit van Amsterdam en hoofdauteur en eindredacteur van Praktische Economie.
Reacties naar: J.Hinloopen@uva.nl