Kansillusie
Bedremmeld liet zoonlief de e-mail zien. “Uw saldo is ontoereikend om het verschuldigde bedrag af te schrijven.” Er werd verzocht het saldo aan te zuiveren, zodat de incasso vervolgd kon worden. Dat geld had hij niet. Als twaalfjarige beschikt hij over een bescheiden budget. De maandelijkse automatische incasso gaat dat budget ver te boven. Hij zag geen andere uitweg dan zich te wenden tot zijn lender of last resort: zijn ouders.
Maanden eerder had hij zich aangemeld bij de Vriendenloterij, zo bleek. Een loterij die volgens eigen zeggen allerhande goede doelen ondersteunt, maar die bovenal deelnemers
onvoorstelbare prijzen in het vooruitzicht stelt. Dat de menselijke soort moeilijk om kan gaan met kleine kansen bleek eens temeer. Een maandelijkse contributie van €14 valt in het niet bij miljoenenprijzen, ook al is de kans op het winnen van miljoenen minder dan nihil is. Het overschatten van deze kans wordt gretig geholpen door ronkende verhalen over eerdere prijswinnaars – een portret van allen die inlegden maar niets wonnen, wordt niet gegeven. Zoveel moois kon hij niet laten lopen.
Aanmelden ging gemakkelijk. Er kwam geen medewerker van de Vriendenloterij aan te pas. De website vroeg om persoonlijke gegevens inclusief bankrekening voor de automatische incasso. Moeiteloos werden de gegevens verwerkt, alleen zijn geboortejaar moest naar beneden worden bijgesteld. Een kniesoor die daar op let, zeker het algoritme achter de website niet. De aanmelding werd geaccepteerd en het kansloze spel met automatische incasso kon beginnen. Maanden later was zijn bescheiden saldo opgesoupeerd. Mijn preek was niet mals, en schuldbewust aanvaardde hij alle geboden. Ondanks onze aanhoudende investering in zijn mentale weerbaarheid voor sociale media
was hij niet bestand tegen de tentakels van moderne fintech. Het is een ding om leren hoe om te gaan met de dynamiek binnen chatgroepen; begrijpen dat je online zoekgedrag gedrag targeted contactpogingen oproept is voor een puber een stuk lastiger. We spraken af dat ik de cybergreep op zijn bankrekening zou opheffen.
De e-mail vermeldde een telefoonnummer. Ik legde contact en kreeg een keuzemenu. Om mij sneller van dienst te kunnen zijn werd me gevraagd in te spreken waarvoor ik belde. “Mijn zoon heeft onbedoeld een abonnement afgesloten bij de Vriendenloterij. Ik wil dat graag opzeggen.” “Dank voor uw bericht. Alle medewerkers zijn op dit moment in gesprek. U wordt zo spoedig mogelijk geholpen.” Er volgde onbestemde muziek. Ik zette mijn telefoon op speaker en registreerde de tijd: 16.31. Ik opende mijn laptop en ging aan de slag. “Het is drukker dan normaal. Al onze medewerkers zijn in gesprek. U wordt zo spoedig mogelijk geholpen.” De onbestemde muziek ging verder. Of begon opnieuw. Dat kon ik niet onderscheiden. Ik werkte verder. “Het is drukker dan normaal. Al onze medewerkers zijn in gesprek. U wordt zo spoedig mogelijk geholpen.” Weer de onbestemde muziek. Ik werkte door met mijn telefoon als achtergrondmuziek die met ijzeren regelmaat werd onderbroken door dezelfde mededeling. De nieuwe syllabus economie voor vwo verhaalt over geldillusie: de observatie dat mensen geneigd zijn te denken in nominale waarden en niet in reële waarden. Hoe schadelijk is dat eigenlijk? Maak ik echt zoveel verkeerde keuzes als ik de reële inflatie niet permanent paraat heb? (een algemeen bekend veronderstelde kernwaarde overigens in het nieuw voorgeschreven macro-economische conjunctuurmodel, maar dit terzijde). Misschien moeten we meer aandacht besteden aan die andere gedragsanomalie: kansillusie. Veel van ons handelen wordt bepaald door ons onvermogen om te gaan met kleine kansen. Waren we voorbereid op de huidige pandemie? En regelen we nu niet teveel zaken in voor een eventuele volgende uitbraak?
Kansen gaan ons sowieso moeilijk af. Pak een dobbelsteen en vraag een leerling om ‘1’ te gooien. Grote kans dat de poging wordt uitgevoerd met een bescheiden worp. Vraag daarna om ‘6’ te gooien. De worp zal een stuk zwieriger zijn.
Ik keek op de telefoon: 16.47. Ze leken me vergeten. Of juist niet. Ik hing op en belde opnieuw. Dezelfde vraag. Ik was voorbereid. “Goedemiddag. U spreekt met […]. Ik zou graag meer informatie willen hebben over de goede doelen die de Vriendenloterij ondersteunt.”
“Goedemiddag meneer [..]. Waarmee kan ik u van dienst zijn?”
Jeroen Hinloopen is onderdirecteur van het Centraal Planbureau en hoogleraar economie aan de Universiteit van Amsterdam.
Reacties naar: J.Hinloopen@uva.nl