Zijn ze nou gelukkig?
'M'n heerlijke, lieve, lastige stel, ik weet eigenlijk maar een ding: de jaar of wat dat ik jullie heb en dat jullie mij hebben, behoren wij enkel maar een gelukkige klas te zijn’.
In zijn prachtboek “De gelukkige klas” beschrijft Theo Thyssen de taak van de leraar om een gelukkige leeromgeving te creëren. Ging het in mijn vorige column over de correlatie tussen het gemiddelde IQ van een land en het bruto nationaal product: nu een totaal andere invalshoek. Dit naar aanleiding van een recent onderzoek onder Nederlanders in het algemeen en de Nederlandse schooljeugd in het bijzonder. Daaruit wordt duidelijk dat de Nederlandse jongeren nog steeds gelukkig en blij zijn, met name met hun sociale relaties, maar tegelijkertijd zijn er ook zorgelijke ontwikkelingen. Zo ervaren ze steeds meer druk door schoolwerk, gebruiken ze minder vaak een condoom en 15- en 16-jarigen drinken nog altijd veel. Tevens nemen de zorgen - zo blijkt uit onderzoek van Wijzer in Geldzaken - over hun financieel gedrag toe.
Bruto Nationaal Geluk
In een land als Bhutan wordt het geluk van de bevolking als maatstaf genomen voor de ontwikkeling van de economie. Het begrip Bruto Nationaal Geluk komt van koning Jigme Singye Wangchuk van Bhutan, die in reactie op de kritiek over de slechte economie
van zijn land in 1972 een andere maatstaf ontwikkelde. De vier pijlers van BNG zijn volgens hem:
- bevordering van billijke en duurzame sociaaleconomische ontwikkeling;
- behoud en bevordering van culturele waarden;
- behoud van het natuurlijke milieu;
- goed bestuur van ondernemingen.
Zijn Nederlanders een gelukkig volk? Nederlanders geven hun leven een 7,8 , zo blijkt uit het onderzoek getiteld De sociale staat van Nederland 2018 . Ook dit jaar, 2019, geven Nederlanders hun leven weer een 7,8. Zo voelen de meeste mensen zich gezond, stijgt de levensverwachting en nemen de gevoelens van onveiligheid af. Tegelijk vertaalt het economische herstel zich nog niet
in een verbetering van de leefsituatie en zijn er hardnekkige verschillen tussen groepen in de samenleving. De uitkomsten van het onderzoek op een rij:
- Nederlanders hebben over het algemeen een hoge kwaliteit van leven.
- Het opleidingsniveau stijgt en na economisch roerige tijden neemt de werkloosheid af en herstelt de koopkracht.
- Het aantal slachtoffers van criminaliteit daalt en gevoelens van onveiligheid nemen af.
- De kwaliteit van woningen blijft geleidelijk stijgen en de tevredenheid met de woning is hoog.
- Bijna 80% van de Nederlanders voelt zich gezond en ruim de helft sport wekelijks; de levensverwachting stijgt door.
- Op verschillende domeinen zijn er hardnekkige verschillen tussen groepen. Er zijn mensen waarbij een slechte objectieve leefsituatie gepaard gaat met ontevredenheid over het leven; in de afgelopen 10 jaar telkens zo’n 4% van de volwassen bevolking. In 2018 ongeveer 680.000 mensen.
- In 2011 en 2016 voelden meer Nederlanders tussen de 18 en 64 jaar zich opgejaagd (43% respectievelijk 39%) dan in 2006 (31%).
- De maatschappelijke participatie is redelijk stabiel de afgelopen 10 jaar. Het aandeel dat vrijwilligerswerk doet schommelde tussen de 25% en 30%.
- Sinds begin 2018 zijn Nederlanders positiever over de richting die het land op gaat.
- Er zijn grote opleidingsverschillen: 62% van de hoger opgeleiden vindt dat het de goede kant op gaat met Nederland, tegenover 47% van de middelbaar opgeleiden en 40% van de lageropgeleiden.
- In Nederland is de misère-index van werkloosheid, het overheidstekort en de inflatie lager dan gemiddeld in de Europese Unie en is Nederland weer nagenoeg aanbeland op het niveau van voor de crisis.
De schoolgaande jeugd
Er zijn verschillen tussen bevolkingsgroepen in de stemming over het land, het sociale vertrouwen en het vertrouwen in én betrokkenheid bij de politiek. In het oog springen de grote opleidingsverschillen: de interesse van lageropgeleiden daalt, terwijl die
van hoger opgeleiden constant blijft. En hoe gaat het met de groep die in opleiding is? Jongeren ervaren de druk van school als meer dan verdubbeld: ervoer in 2001 16% van de middelbare scholieren stress door schoolwerk, in 2017 geldt dit voor ruim 35%. Vooral tussen 2013 en 2017 is deze stijging aanzienlijk. Toch is er geen toename in psychische problemen in de laatste vier jaar. Mogelijk
komt dat omdat jongeren nog positiever zijn geworden over de relatie met hun ouders en zij minder gepest worden op school. Dat sociale media niet meer weg te denken zijn uit het leven van jongeren besprak ik reeds eerder in een column. Meer dan 30% van de leerlingen in het voortgezet onderwijs heeft gedurende de hele dag contact met anderen op sociale media. Bij 7% van deze leerlingen is sprake van problematisch sociale mediagebruik. Zowel het veelvuldig als problematisch gebruik van sociale media komt vaker voor bij meisjes dan bij jongens.
Financieel gedrag
Vooral jongeren op het VMBO, jongeren met een migratieachtergrond, jongeren uit gezinnen met weinig welvaart en jongeren die niet opgroeien bij beide ouders, lopen risico’s als het gaat om hun financiële positie Er blijkt een (zwak) verband tussen financiële
kennis en gedrag; een hoog niveau van financiële kennis veroorzaakt niet altijd verantwoord financieel gedrag; hiervoor zijn ook gunstige sociale en psychologische kenmerken nodig. De invloed van ouders als ook de psychologische factoren discipline en nauwkeurigheid, hebben een positieve invloed op het financiële gedrag van jong volwassenen. Het in een gelukkige en stabiele omgeving opgroeien blijkt tevens bij te dragen aan verantwoord financieel gedrag. De conclusie: gelukkige mensen zijn vaker hoger
opgeleid en hoger opgeleiden gaan vaker beter met geld om. Zorg dus voor gelukkige studenten!
Willem Landman is docent Behavioral Finance aan de Hogeschool van Amsterdam, promovendus aan Nyenrode Business Universiteit/Universiteit van Tilburg en senior onderzoeker bij CAREM (Center for Applied Research on Economy and Management).
Reacties naar: j.w.landman@hva.nl