Over dubbeltjes en kwartjes
Een al vele jaren oud discussiepunt is de afgelopen tijd weer actueel geworden in brede kringen binnen het onderwijs. Ik doel hierbij op toelating tot onderwijsinstellingen/bevordering tot hogere leerjaren, politiek, departementaal beleid, inspectorale onderzoeken en de wetenschap. De focus ligt weer op gelijkheid/ongelijkheid van kansen, een onderwerp dat sinds de jaren zestig/zeventig van de vorige eeuw niet meer van de agenda verdwenen is en nu weer in het centrum van de belangstelling is komen te staan. Inspectie onderzoeken, artikelen van de Onderwijsraad, in pedagogische bladen, in ESB getuigen hiervan.
Meritocratisering
Waar het in het verleden met name ging om sociale afkomst van leerlingen en om de intergenerationele IQ verdeling is de focus nu verlegd. Nog steeds neemt de afkomst van leerlingen een belangrijke plaats in en zonder dat het expliciet gezegd wordt, interpreteren met name de media en de
niet goed geïnformeerde goedwillenden dit als de vermeende maatschappelijke status van ouders van leerlingen.
Status is echter een reeds geruime tijd achterhaald begrip en werkt echt niet meer in het Nederlandse onderwijs. Wat momenteel centraal staat is
de meritocratisering van het onderwijs. Het gaat nu veel meer om getoonde inzet, belangstelling, ijver, leerprestaties en dergelijke dan om het IQ of de sociale status van het milieu van afkomst. Je best doen, dat is goed en daar is uiteraard niets op tegen. En dit is een aspect dat jongeren leren binnen het milieu waarin zij opgroeien. En zo zijn we weer terug bij de invloed van het milieu en bij de milieuverschillen: wel of geen hulp bij huiswerk, wel of geen bijlessen, wel of geen 'achter de broek' zitten bij de leerprestaties enz. enz. Het maakt werelden van verschil. Soms/vaak slaat de situatie op dit punt door, namelijk van goed je best doen tot, ten koste van alles, de beste willen zijn.
Laatst zat ik te lunchen in een eenvoudig eetcafé toen ik achter me een op luide toon gevoerd gesprek hoorde. Letterlijk: “Ik wil de top bereiken, ik wil de beste zijn van mijn collega's” werd een aantal keer door dezelfde persoon (een dertiger) op nadrukkelijke wijze met schelle stem
herhaald.
Dit lijkt wel het Leitmotiv van de huidige tijd. Mijn kind moet een topmodel worden, ook al is het nog maar tien jaar, mijn kind is een prinsje dat zo goed is op zijn tablet, mijn kind moet wereldkampioen schaatsen worden en daar zullen we alles aan doen. Het wordt niet zo gezegd maar al die prinsjes en prinsesjes worden als slaafjes gedrild, opgezweept en voortgedreven. Ook al zijn ze een 'dubbeltje', we zullen er alles aan doen om er 'kwartjes' van te maken. Ze zullen en moeten excelleren. De invloed van het milieu is hier behoorlijk dubieus geworden. Aan mogelijkheden die het kind al of niet heeft, schijnt men zich niets aan te trekken: excelleren zal het.
Zelfs doen we dit scholen aan: we zijn de laatste jaren wel erg gebiologeerd door het fenomeen excellente scholen. En we roepen scholen op om excellent te zijn, te worden en te blijven. We hebben veel te weinig oog voor het goede dat scholen doen om iedere leerling tot zijn/haar recht te laten komen, voor het goede dat jongeren doen, voor een evenwichtige veelzijdige opvoeding waarin een veelkleurig palet aan de orde kan komen.
Momenteel hebben we kennelijk liever een excellente voetballer, want die kan lekker veel geld verdienen, dan een evenwichtig persoon waarin belangstelling is gewekt voor een diversiteit van menselijke facetten. Zijn we dan van de regen in de drup gekomen: het ene opgelost, maar problemen op een ander vlak veroorzaakt?
Van de Werfhorst spreekt in een artikel in ESB (20.12.2018) treffend van het waterbedeffect, of zoals Toon Hermans al zei “Als ik hier druk, doet het daar pijn”. De gevolgen laten zich raden en zijn overal te zien. Hoeveel jongeren raken op jonge leeftijd al uitgeput, ja opgebrand? Schrikbarend
als je hoort dat velen “het leven niet meer zien zitten”. Dit hoor je nogal eens uit de mond van jongeren die nog geen twintig jaar oud zijn. We worden als leraren allemaal geconfronteerd met deze situaties. Laten we dan niet onze schouders defaitistisch ophalen in de zin van 'wij kunnen een sociale situatie in ons eentje toch niet veranderen'. Natuurlijk is dat waar, maar als we allen pal staan voor ons ideaal, jongeren een brede vorming te geven, dan moeten we een weerwoord hebben tegen het gebral en geschreeuw van 'mijn kind moet hoe dan ook de beste zijn'.
Je kunt op deze blog reageren, nadat je bent ingelogd!