Hoenderhok
Wij wonen in het zogenaamde buitengebied. Veel rust en ruimte en een hectare grond rondom ons huis. Mijn vrouw en ik zijn nogal begaan met het lot van dieren, iets dat eveneens bekend is bij de lokale dierenbescherming, waardoor wij met enige regelmaat als opvang dienen voor verwaarloosde geiten en op de snelweg uitgezette kippen. In aanvang hebben we geprobeerd deze kippen op te voeden en ze te leren om ‘s nachts in een daartoe gebouwd hoenderhok de nacht door te brengen. Mislukt! Ze verkiezen de bomen rondom ons huis als slaapplek met als bijkomend gevolg dat wij - aangezien deze bomen zich pal naast onze slaapkamer bevinden - ‘s ochtends worden gewekt door het gekraai der hanen. Dus als er bij ons een knuppel in het
hoenderhok wordt gegooid treft dit geen doel.
Het economisch onderwijs
Op een overdrachtelijke wijze gaat mij dit echter lukken en wel dáár waar het de meningen betreft van velen, die zich in de laatste editie van het Tijdschrift voor Economisch Onderwijs (TEO) uitlieten over de weg die het economisch onderwijs dient te bewandelen op welk niveau
dan ook. Allereerst een blijk van hulde en waardering aan onze redactie en hoofdredacteur Hans Semeijn. Ik constateer dat TEO steeds meer een blad wordt dat er toe doet en waar belangrijke discussies worden besproken. In de laatste editie een artikel over efficiëntere (vak)didactiek
voor economie op het VMBO waarbij als stelling werd geponeerd: ”Economie op het VMBO moet beter aansluiten bij de arbeidsmarkt en de leefwereld van leerlingen”. Me dunkt dat dit twee totaal verschillende zaken zijn. Dat wat de arbeidsmarkt van VMBO’ers vraagt is doorgaans iets totaal anders dan wat zich in de leefwereld van de scholier afspeelt. Maar goed, het betreft een stelling vatbaar voor discussie. Dinand Webbink doet een goede poging om nieuwe ontwikkelingen in de onderwijseconomie onder woorden te brengen waarbij hij Nobelprijswinnaar James Heckman citeert die oproept om in het economisch onderwijs aandacht te schenken aan zowel de “the very young” als “the old and severeley disadvantaged”. In een artikel over financiële educatie besteden twee auteurs verbonden aan de Fontys lerarenopleiding in Tilburg aandacht aan wat de uitgangspunten van financiële educatie dienen te zijn en waartoe dit dient te leiden. Daarbij komen zij tot een omschrijving die veel weg heeft van een door de Financial Service Authority (de Engelse evenknie van onze Autoriteit Financiële Markten) beschreven doelstelling om “financial capable people“ op te leiden: “Financial capable people are able to make informed financial decisions. They are numerate and can budget and manage effectively. They understand how to manage credit and debt. They are able to asses needs for insurance and protection. They can assess the different risk and returns involved in different saving and investment options. They
have understanding of the wider ethical, social, political and environmental dimensions of finances”. Deze omschrijving sluit weer aan bij de omschrijving van financiële zelfredzaamheid zoals deze in het nieuwe examenprogramma van Bedrijfseconomie is opgenomen. Kortom de discussie omtrent de inhoud schiet alle kanten op. Tijd mijns inziens om een knuppel in het hoenderhok te gooien.
Kiss
Eén van de uitgangspunten van nieuw beleid dient te zijn: Keep it stupid en simple (Kiss). De noodzaak om jongeren op te leiden tot financiële zelfredzaamheid dient niet alleen te zijn voorbehouden aan degene die een keuze maken om het vak bedrijfseconomie te volgen. Cijfers van bijvoorbeeld de Gemeente Amsterdam tonen een schrikbarend beeld als het gaat om de omvang van schulden en de hoeveelheid jongeren, dat met schulden te maken heeft. Met name de telefoonproviders zijn de oorzaak van deze toename van schulden.. Nieuwe regelgeving, die ertoe leidt dat mensen die een schuld aangaan om een telefoon abonnement inclusief telefoon aanschaffen, een BKR notering krijgen zou afschrikwekkend dienen te werken. Maar ook het op de pof bij postorderbedrijven of webwinkels kopen neemt toe. Jongeren zijn zich doorgaans niet bewust van de vaak schrikbarende hoge rente percentages, die deze bedrijven hen in rekening
brengen. Mijn voorstel luidt dan ook dat het economieonderwijs als volgt n te richten:
Basis economie:
bestemd voor iedereen van 12 jaar en ouder. Wat is een hypotheek, wat zijn leningen, hoe werkt de belasting, hoe leer je omgaan met geld etc. etc. Marjo van Rooij, cliëntenondersteuner en trainer MEE Zuidoost Brabant stelt: “Met name jongeren met een leerachterstand hebben vaak moeite met inzicht in de waarde van geld. Terwijl juist deze jongeren wel wat ondersteuning kunnen gebruiken bij het maken van verstandige financiële keuzes.” Mijn eigen ervaring is dat niet alleen de wat minder begaafden deze ondersteuning nodig hebben, maar ook HBO studenten en dan ook die het van huis uit wel breed hebben, hebben baat bij het leren omgaan met geld. Iets dat altijd als vanzelfsprekend aanwezig was/is kan opeens een probleem worden, zodra je er zelf voor moet zorgen. Zelf de RABO Bank (waarom eigenlijk zelfs: het is toch vanzelfsprekend
dat een bank zich hierom bekommert?) heeft een lesprogramma ontwikkelt getiteld “Smart met geld”, waarin in acht lessen jongeren wordt geleerd beter om te gaan met geld.
Beroeps economie:
Op drie niveaus (laag – middel – hoog) door het gehele onderwijsgebouw heen wordt aan leerlingen en studenten, die ervoor hebben gekozen om in hun beroepsuitoefening gebruik te maken van economische kennis en vaardigheden deze onderwezen: kostprijs berekening, budgettering, financiering, management en organisatie etc.
Wetenschap economie:
Voor degene die verder willen en zich willen bekwamen in theorievorming het gehele bedrijfseconomische stelsel en/of micro/macro economie.
Het lijkt simpel, maar volgens mij doeltreffend. Ik hoor graag van je wat je er van vindt.
Willem Landman is docent Behavioral Finance aan de Hogeschool van Amsterdam, promovendus aan Nijenrode Business Universiteit en senior onderzoeker bij CAREM (Center for Applied Research on Economy and Management).
Reacties naar: j.w.landman@hva.nl