Maakt geld dan toch gelukkig?
De afgelopen verkiezingstijd stond bol van de bekende beloften. Politici van allerlei snit, van links tot rechts, hadden hun mond vol van beloften. Je ziet ze nog voor je op het TV scherm: wij zijn voor goed onderwijs, onderwijs staat bij ons bovenaan, wij gaan voor het beste onderwijs en meer van dergelijke onzin. Zou er iemand zijn die geloof heeft gehecht aan deze dooddoeners? Het is toch algemeen bekend dat zodra de verkiezingen zijn geweest zulke uitspraken niet meer worden gehoord. En dat niet vanwege het feit dat in het formatieproces zo weinig mogelijk naar buiten gebracht wordt, maar om veel fundamentelere redenen.
Sommigen (of velen), ook in onderwijsland, doen het voorkomen dat er een één-op-één relatie bestaat tussen geld en (onderwijs)- kwaliteit. Er gaat geen week voorbij of je kunt in de media lezen dat er meer geld naar onderwijs moet ter verhoging van de kwaliteit van het onderwijs.
Natuurlijk moeten dan in de eerste plaats de salarissen omhoog: automatisch stijgt dan kennelijk de onderwijskwaliteit (!?). Verder moet natuurlijk de week- en jaartaakbelasting van leraren naar beneden, want ook daarmee stijgt de onderwijskwaliteit (!?).
Zo waren in maart groepen “Studenten ongerust over doel 'basisbeursgeld'”, zoals een krantenkop vermeldde. De vrijkomende miljoenen zouden in de kwaliteit van het onderwijs gepompt worden en daarvan was niets meer terug te zien. Hoe kun je nu geld in kwaliteit pompen? Er zouden extra aanstellingen gedaan moeten worden waardoor kleinere groepen geformeerd konden worden. En daarmee gaat automatisch de onderwijskwaliteit omhoog (!?).
Op alle niveaus in het onderwijs lijkt momenteel geld de boventoon te voeren: hogere salarissen en lagere taakbelasting zijn centrale kreten die de boventoon voeren. En onder aanvoering van politici en schoolbestuurders wordt de kwaliteit van het onderwijs als schaamlap gebruikt. Het schaamrood trekt naar mijn kaken wanneer ik als onderwijsman vereenzelvigd wordt met al diegenen die geld als het panacee voor de 'kwalen' naar voren brengen.
Misleiding
De genoemde 'aanvoerders' weten drommelsgoed dat wat zij naar voren brengen onzin is en misleidend gepraat. In de huidige financieringssystematiek van het onderwijs kan de overheid best een emmertje met geld naar de scholen brengen, maar zij heeft volstrekt geen zeggenschap over de besteding daarvan. 'Oormerken' is binnen deze systematiek niet mogelijk, dus kan de overheid helemaal niet bewerkstelligen dat er meer leraren komen, of dat de taakbelasting naar beneden gaat.
Hoe eventuele extra gelden besteed worden is aan anderen dan de geldverstrekker zelf. Politici en schoolbestuurders weten dat als geen ander en ook onderwijsgevenden zijn daarvan goed op de hoogte.
Dus misleiding in de verkiezingstijd? Wij gaan voor het beste onderwijs. Ja je kunt daar wel voor gaan, maar je hebt er niets over te zeggen! Geld verstrekken maakt geen kwaliteit, geld maakt het onderwijs niet gelukkig.
Leraren
De enigen die de onderwijskwaliteit bepalen zijn de leraren zelf en niemand anders. Alle anderen gaan over randvoorwaarden, die wellicht prettig zijn of minder prettig, maar zij gaan niet over de kwaliteit. Kwaliteit is namelijk niet te koop
Onderwijskwaliteit ontstaat uitsluitend en alleen in de interactie tussen leraar en leerling(en), tussen leraren en leerlingen.
Het leraarsberoep is niet iets dat je er bij doet, het is veeleer een 'way of live'. En die 'way of live' ga je met je hele wezen. Goed betaald, minder goed betaald, met schitterende randvoorwaarden of iets minder, hoe dan ook, je legt je hele ziel en zaligheid er in. En dat stopt niet om 4 uur 's middags of in de vakantie. Leraar ben je omdat je het niet laten kunt. Je legt er je hele wezen in en je gaat er voor. Dat alles maakt de kwaliteit. En dan kun je wel eens mopperen, maar kwaliteit maak je met je collega's samen met je leerlingen.
De kernwoorden daarvoor leerde ik van een collega: je doet het met passie en plezier.