Kanteling en transitie
Afgelopen zomer deed ik ’t nog. Zwemmen in de Noordzee, samen met duizenden anderen.
Van heerlijk ontspannen dobberen tot borstcrawlend meters maken. Met als risico meegevoerd
worden door de stroming. Verder van het strand af, de zee op ……
Snelle weersveranderingen, heftige regen- en onweersbuien, overstromingen en stijging van het
(zee-) waterpeil maken mensen – ver weg en dichtbij - langzamerhand bewust van wat al jaren
aan de hand is, namelijk klimaatverandering. Met als gevolg een kanteling in ons denken over
weer, klimaat, energiebeleid en menselijk gedrag.
Kantelingen en een groeiende onderstroom zie je óók op maatschappelijk en economisch gebied.
Jan Rotmans*, hoogleraar transitiekunde, signaleert wat dat betreft veranderingen in denken,
structuren en sturing. Volgens hem kantelt de maatschappij van een verticaal geordende, centraal
aangestuurde, top-down samenleving naar een horizontale, decentrale, bottom-up samenleving,
waarin gemeenschappen, coöperaties, sociale en fysieke netwerken steeds belangrijker worden.
Ook de structuur van de economie verandert. De nieuwe economie is decentraal en digitaal. Producten en diensten worden ontwikkeld en geleverd in gemeenschappen via nieuwe technologie
op decentrale wijze. Dat geldt voor informatie, reizen, muziek, leren en geld. Bovendien gebeurt
dat vaak slimmer, schoner en minder verspillend. De nieuwe economie heeft verschillende gedaanten, zoals deeleconomie, circulaire economie, automatisering (robots), digitalisering (cloud, internet of things) en makerseconomie (3D-printer).
Al dan niet in combinatie met deze ontwikkelingen is er sprake van een machtswisseling. Een
machtsoverdracht van grote, centrale bureaucratische organisaties, veelal gebaseerd op ideologie
en religie, naar mensen die zich van onderop organiseren in netwerken en gemeenschappen.
Mensen die kennis en informatie gebruiken om zo autonoom mogelijk te zijn. Een combinatie van
netwerksturing en zelfsturing.
Deze kanteling in denken, organiseren en sturen gaat hand-in-hand met een zoektocht naar
nieuwe waarden. “Van controle naar ruimte, van doelmatigheid naar aandacht en tijd, van wantrouwen naar vertrouwen, van regelzucht naar keuzevrijheid en van kosten en baten naar kwaliteit.”
Wanneer de aard, omvang en richting van de veranderingen fundamenteel van aard zijn, op
vrijwel alle terreinen voorkomen en elkaar in eenzelfde richting versterken, dan is er sprake van
een verandering van tijdperk, van een transitie. Een toekomstdroom of een naderende realiteit?